-
1 staan
1 [met betrekking tot personen, dieren] stand2 [op steunpunten rusten] stand3 [in een toestand, hoedanigheid zijn] stand ⇒ be4 [passen, kleden] look6 [weldra zullen] be ready/about to7 [gericht zijn] be8 [bij voortduring met iets bezig zijn] stand ⇒ be9 [geëist worden] carry10 [stilstaan] stand still12 [functie, standplaats hebben] be (employed)13 [eisen] insist ((up)on)♦voorbeelden:1 ga er maar aan staan! • (you) just go ahead and try!; 〈 dat is niet eenvoudig〉 that's no easy mattergaan staan • stand upachter/naast elkaar gaan staan • 〈 ook〉 queue/line upergens onverwacht voor komen te staan • come up against something unexpectedlyiemand terzijde staan • help/support someonekom bij me staan! • come stand beside me〈 figuurlijk〉 waar sta jij in deze zaak? • where do you stand in this?op zijn remmen staan • slam on the brakesdie gebeurtenis staat geheel op zichzelf • that is an isolated incident〈 figuurlijk〉 voor een probleem staan • be faced with/face a problemhiermee staat of valt de zaak • this will make or break the business3 hoe staat de barometer? • what does the barometer say/read?hoe staat het pond? • how high is the pound?zó staat die zaak • that's how the matter standshoe staan de zaken? • how are things?alleen staan • be alonebekend staan als • be known ashoe staat het ermee? • how's it going?, how are things?er goed bij staan • be doing weller goed voor staan • look goodhiertegenover staat echter dat … • on the other hand, however, …zij staan sterk • they are in a strong positionzijn ogen staan wazig • he has a hazy look in his eyesboven iemand staan • be above someonebuiten iets staan • not be involved in somethingin zijn twee staan • be in second (gear)in de grondverf staan • have an undercoat onin de schuld staan • be in debthoe staat het met de gezondheid? • how is your health?onder iemand staan • be under someonede verwarming staat op 18° • the heating is at 18 degreesde snelheidsmeter stond op 80 • the speedometer showed 80ergens ambivalent tegenover staan • be ambivalent about somethingergens positief tegenover staan • think something is a good thing7 staat tot 14 als 8 staat tot 16 • 7 is to 14 as 8 is to 16zij staat derde in het algemeen klassement • she is third in the overall rankingwie staat er nummer één? • who is number one?zoals de zaken nu staan • as things now standdie kleur staat er niet bij • that colour clashesdat kapsel staat u goed • that hairstyle suits youdie jas staat netjes • that jacket looks smarter staat geschreven • it is written, it says in the Bibleer staat niet bij wanneer • it doesn't say whenhet staat niet in Van Dale/in de krant • it's not in Van Dale/the paperwat staat er in de krant over Thatcher? • what does it say in the paper about Thatcher?het staat in de wet • the law says soin de tekst staat daar niets over • the text doesn't say anything about iter stond een waarschuwing op • there was a warning on itwat staat er op het programma? • what's on the programme?i.e. staat voor id est • i.e. stands for id ester staat nog 100 pond (schuld) • there is still £100 outstanding8 verlegen/raar staan (te) kijken • feel embarrassed/strangeergens van staan (te) kijken • be flabbergastedze staat al een uur te wachten • she has been waiting (for) an hourkoud staan (te) worden • be getting colder staat een hoge beloning op zijn hoofd • there's/he's got a high price on his headde vijand tot staan brengen • stop the enemysta of ik schiet! • stop or I'll shoot11 laat maar staan • just leave it (alone/there)laat staan dat … • not to mention (that) …hij kon nauwelijks spreken, laat staan zingen • he could barely speak, let alone singzijn eten laten staan • leave one's foodzijn baard laten staan • grow a beardhij liet nog wat op zijn rekening staan • he left some money in his accounter staat nog wat van gisteren • there is some left over from yesterdayhij staat op goede manieren • he insists upon good mannerser staat ons heel wat te doen • there is a whole lot (waiting) to be doneer staat hem wat te wachten • there is something in store for him -
2 lachertje
-
3 dat is geen lachertje
dat is geen lachertjeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is geen lachertje
-
4 ga er maar aan staan!
ga er maar aan staan!(you) just go ahead and try!; 〈 dat is niet eenvoudig〉 that's no easy matterVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ga er maar aan staan!
-
5 been
2 [lichaamsdeel met betrekking tot een dier] leg3 [bot; stof waaruit botten bestaan] bone5 [met betrekking tot een kous; met betrekking tot een voorwerp] leg♦voorbeelden:een houten been • a wooden legop het verkeerde been gezet worden • 〈 sport〉 be wrong-footed; 〈 figuurlijk〉 be misled; 〈informeel; figuurlijk〉 be sent barking up the wrong treehij brak zijn been • he broke his legde benen strekken • stretch one's legsmet de benen over elkaar • with one's legs crosseder was veel volk op de been • a great many people were aboutik kan niet meer op mijn benen staan • I can't keep on my feet any longereen leger op de been brengen • raise an armyop de been blijven • remain on one's feetweer op de been zijn • be up and about (again)hij is al de hele dag op de been • he's been on his feet all daystevig op zijn benen staan • be steady on one's legsgoed ter been zijn • be a good walkerzich de benen uit het lijf lopen • run one's legs off〈 spreekwoord〉 het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen • it is no easy matter to bear prosperity decently -
6 aan
aan11 [zich aan het lichaam bevindend] on3 [in werking, brandend] on4 [aan de gang] on♦voorbeelden:daar is niets aan • 〈 gemakkelijk〉 there's nothing to it; (it's a) piece of cake; 〈 saai〉 it's a waste of time; 〈 niet stuk〉 there's nothing the matter with itII 〈 bijwoord〉1 [na plaatsaanduidend bijwoord] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉2 [in samengestelde werkwoord] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉3 [op genoemde wijze] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉♦voorbeelden:daar zijn we nog niet aan toe • we haven't got that far yet2 stel je niet zo aan! • stop carrying on like that!3 rustig aan! • calm down!, take it easy!¶ er goed/beroerd aan toe zijn • be (doing) well, be in a bad wayvan nu af aan • from now onvan voren af aan • from the beginningvan jongs af aan • from childhoodjij kunt ervan op aan dat … • you can count on it that …————————aan2〈 voorzetsel〉1 [met betrekking tot een fysieke verbondenheid] on ⇒ at, by2 [met betrekking tot een figuurlijk verbondenheid] by, with3 [bij werkwoord die een beweging aanduiden] to4 [tengevolge van] of, from5 [wat betreft] of6 [in de macht van] up to♦voorbeelden:aan een krant werken • work on a newspaperKoen stond aan het raam • Koen stood at the windowaan zee/de kust/een gracht wonen • live by the sea/on the coast/on a canaldoen aan • do, go in fortwee aan twee • two by twohij geeft les aan de universiteit • he lectures at the universityer is geen beginnen aan • that's impossibleaan wal gaan • go ashoreaan het werk gaan aan iets • go to work on somethinghoe kom je aan dat spul? • how did you get hold of that stuff?6 het is aan mij ervoor te zorgen dat … • it's up to me to see that …hij heeft het aan zijn hart • he's got heart troublehij is aan het joggen • he's out jogginghij is aan het strijken • he's (busy) ironingze zijn aan vakantie toe • they could do with a holiday -
7 nou
nou11 now♦voorbeelden:1 wat moeten we nou doen? • what do we (have to) do now?————————nou2♦voorbeelden:————————nou33 [als bevestiging] 〈zie voorbeelden 3〉4 [met betrekking tot onzekerheid] again6 [bij meningsverschil] 〈zie voorbeelden 6〉7 [met betrekking tot ongepastheid] oh, now ⇒ … on earth, … ever8 [met betrekking tot voortzetting/beëindiging] well ⇒ 〈 beëindiging〉 so, 〈 voortzetting〉 now, 〈 voortzetting〉 right♦voorbeelden:1 kom je nou? • well, are you coming?nou, komt er nog wat van? • well, how about it?, are you going to stand there all day?2 meen je dat nou? • do you really mean it?, are you serious?asjemenou! • well I'll be (darned)!, you don't say!hoe kan dat nou? • how on earth can that be?nou, dat weet ik niet hoor! • hold on though, I'm not so sure I agree!3 nou dan! • exactly, couldn't agree more!nou, en of! • you bet!4 wanneer ga je nou ook weer weg? • when were you leaving again?5 nou ja, wat zou dat? • oh (very) well, what does it matter?nou ja, zo erg is 't niet • never mind, it's not all that baddat is nou niet bepaald eenvoudig • well, that's not so easy7 wie doet nou zoiets? • who (on earth) would ever do such a thing?waar bleef je nou? • where on earth have you been?8 nou, dat was het dan • well/so, that was that¶ nou, nou! • there there! -
8 wat
wat1〈 bijwoord〉3 [met betrekking tot verbazing/verbijstering] isn't it/that/he 〈enz.〉 …, aren't they/those 〈enz.〉 … ⇒ how4 [waarom] why♦voorbeelden:1 hij is wat traag • he is a little slow/on the slow side2 hij is er wat blij mee/trots op • he is extremely pleased with/proud of itzo eerlijk als wat • as honest as they comewat lief van je! • how nice of you!wat is het koud! • isn't it cold!, what cold weather!wat ze niet verzinnen tegenwoordig • the things they come up with these dayswat wil je nog meer? • what more do you want?wat zal hij blij zijn! • how happy/pleased he will be!〈 ironisch〉 wat zijn we weer leuk • (are you) trying to be funny?4 wat lacht hij toch? • what's he laughing for/at?————————wat22 [zonder antecedent] what3 [met voorafgaande zin als antecedent] which♦voorbeelden:alles wat je zegt, klopt • everything you say is truedat wat • whatwat mij aangaat • as for me, as far as I am concernedwat dit betreft • as far as this is concerneddoe nou maar wat ik zeg/wat je gezegd wordt • just do as I say/you're toldje kunt doen en laten wat je wilt • you can do what/as you please/like/wantik zal doen wat ik kan • I'll do what(ever) I canje kunt zeggen wat je wilt, maar verlegen is ze niet • (you can) say what you like, (but) she certainly is not shy3 hij zei dat hij het niet gemerkt had, wat natuurlijk niet waar was • he said he hadn't noticed, which was not true obviouslyze zag eruit als een verpleegster, wat ze ook was • she looked like a nurse, which in fact she was tooII 〈 vragend voornaamwoord〉1 [zelfstandig/bijvoeglijk gebruikt] what ⇒ 〈 bij beperkte keuze〉 which, 〈 verbazing uitdrukkend〉 whatever2 [waarom] why♦voorbeelden:1 wat bedoel je? • what(ever) do you mean?; 〈 sterker of ironisch〉 what(ever) are you talking about?wat bedoel je daar nou mee? • just what do you mean by that?; 〈 sterker〉 just what is that supposed to mean?wát ga je doen? • you are going to do what?wat heb je 't liefste, koffie of thee? • which do you prefer, coffee or tea?wat is er? • what's the matter?wat krijgen we nou? • what's this supposed to mean?; 〈 van politieagent〉 what's all this then?(en?) wat mag het zijn? • 〈 met betrekking tot drankje〉 what would you like (to drink); 〈 door winkelbediende gezegd〉 can I help you?wat zeg je? • what did you say?; 〈 informeel〉 sorry?, what?, come again; 〈 beleefd〉 (I beg your) pardon?wat zou dat? • what of it?wat dan nog? • so what?, what of it?wat is het voor iemand? • what's he/she like?wat voor weer is het? • what's the weather like (outside)?wat voor een naam is dat?! • what kind of name is that?!♦voorbeelden:daar vraag je me wat • now you're askingwil je wat drinken? • would you like something to drink?misschien wordt het wel wat tussen die twee • it may come to something between those twoik zal je eens wat zeggen • (just) listen (to me)!; 〈 sterker, als uitdaging〉 just you listen to me!ik zie wat • I (can) see somethingzie jij wat? • do/can you see anything?daar zit wat in • there's something to/in ithet is altijd wat met hem • there's always something up with himwat er ook gebeurt, blijf kalm • whatever happens, stay calmIV 〈 uitroepend voornaamwoord〉1 what♦voorbeelden:1 wat kun jij mooi tekenen • how well you draw!wat kun jij liegen, zeg • what a(n awful) liar you are!wat een mooie benen! • look at those legs!wat een onzin • what (absolute) nonsense————————wat3♦voorbeelden:1 geef me wat suiker/geld • give me some sugar/moneygeef mij ook wat • let me have some toowat meer • a bit/little morewat minder • a bit/little lesseen stuk of wat • two or threeeen dag of wat • a day or so/twoheel wat verdienen • earn quite a bitdat scheelt heel wat/nogal wat • that makes quite a (bit of a) difference————————wat41 what♦voorbeelden:1 wat! komt hij niet? • what! isn't he coming? -
9 praten
3 [door praten ertoe brengen] talk4 [kletsen, roddelen] talk♦voorbeelden:straks zul je wel anders praten • you'll change your tunepraat me er niet van • I've heard more than enough about thatwe praten er niet meer over • let's forget it/let's leave it at thateromheen praten • talk round something, beat about the bushje hebt gemakkelijk praten • it's easy/it's all right for you to talklangs elkaar heen praten • misunderstand each other, be on different wavelengthsiemand aan het praten krijgen • get someone talkinggeen zin hebben om te praten • not be in the mood for talk(ing)ergens niet meer over willen praten • not want to talk about something any morehij kan praten als Brugman • he can talk the hind legs off a donkeyik kon praten als Brugman, maar … • I could talk till I was blue in the face, but …er valt niet met hem te praten • he won't listen to reasonpraat er maar met niemand over • don't breathe a word (of this) (to anyone)over literatuur praten • talk (about) literaturelaten we over iets anders praten • let's change the subject, let's talk about something elseop iemand in praten • work on someone, try to talk someone roundiedereen praat erover • it's the talk of the town, everyone's talking about iter wordt over hen gepraat • people are talking about them -
10 hart
1 [spier, hartstreek; innerlijk gemoed] heart2 [gezindheid, vriendschap] heart4 [als voedsel; iets met hartvorm] heart♦voorbeelden:in de grond van mijn hart • in my heart of heartsuit de grond van zijn hart • from the bottom of one's hearthij is een jager in hart en nieren • he is a hunter in heart and soulde stem van zijn hart volgen • follow (the voice of) one's heartmet hart en ziel • with all one's heart, with heart and soulzich met hart en ziel wijden aan iets • put one's heart and soul into something, devote one's heart and soul to somethingmet een gerust hart • with an easy mindhet komt uit een goed hart • it's meant wellhet heilig hart • the Sacred Hearteen zwak hart hebben • have a weak heartiemands hart breken • break someone's heart〈 figuurlijk〉 ik hield mijn hart vast • my heart missed a beat, my heart was in my mouth〈 figuurlijk〉 je houdt je hart vast bij de gedachte dat • it's just too awful to think what might happen ifmet kloppend hart • with pounding heart〈 figuurlijk〉 het hart klopte hem in de keel • his heart was in his throat/mouthje kunt je hart ophalen • you can enjoy it to your heart's contenthaar hart stond even stil/sloeg over • her heart missed a beatzijn hart uitstorten • pour out/unburden/open one's heart (to someone)zijn hart aan iemand verloren hebben • have lost one's heart to someonezijn hart aan iets verpanden • lose one's heart to somethinghet aan het hart hebben • have a heart conditioniemand na aan het hart liggen • be very dear to someone hearthet gaat mij toch aan het hart • it really touches medat gaat hem aan het hart • it (really) hurts/grieves him(diep) in zijn hart hield hij nog steeds van haar • in his heart (of hearts) he still loved herdat is een man naar mijn hart • he's a man after my heartiets op zijn hart hebben • have something on one's mindiemand iets op het hart drukken • impress something on someone('s mind)zeg maar wat je op het hart hebt • get it off your chesthet hart op de tong hebben/dragen • wear one's heart on one's sleevemet de hand over het hart strijken • show mercyvan zijn hart geen moordkuil maken • make no disguise of one's feelingsdat moet mij toch van het hart • I just have to get this off my chest〈 spreekwoord〉 waar het hart van vol is, loopt de mond van over • what the heart thinks, the tongue speaksiemand geen kwaad hart toedragen • bear someone no ill williets een warm hart toedragen • be well disposed towards somethinghart voor een zaak hebben • have one's heart in a matterde harten van de mensen veroveren • capture people's hearts3 heb het hart eens! • don't you dare!, just you try it!iemand een hart onder de riem steken • hearten someone, buck someone uphet hart zonk hem in de schoenen • he lost heart, his heart sank into his bootsde schrik sloeg hem om het hart • his heart missed a beat/was in his mouth5 in het hart(je) van de stad wonen • live in the heart/centre of the cityiets van ganser harte doen • do something wholeheartedlyhet ging niet van ganser harte • it was only halfheartedlyiets niet over zijn hart kunnen verkrijgen • not find it in one's heart to do somethingiets ter harte nemen • take something to heartdat gaat mij zeer ter harte • I have that very much at heartvan harte gefeliciteerd • my warmest congratulationshij deed het, maar het ging niet van harte • he did it, but his heart wasn't in it -
11 het zal erom spannen of het lukt
het zal erom spannen of het luktthat will be no easy task/matterVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het zal erom spannen of het lukt
-
12 rekensom
♦voorbeelden:een eenvoudige rekensom leert dat … • it is easy to calculate that … -
13 spannen
1 [strak trekken] stretch, tighten2 [uitrekken] stretch3 [de volle kracht in werking stellen] strain4 [door strak (uit)zetten vormen] stretch5 [vastmaken] harness♦voorbeelden:1 een draad spannen • stretch/tighten a stringzijn spieren spannen • tense/flex one's muscleseen paard voor een wagen spannen • harness/hitch a horse to a cart1 [spannend zijn] be tense♦voorbeelden:1 het zal erom spannen of het lukt • that will be no easy task/matterhet zal erom spannen wie er wint • it will be a close match/racehet zal erom spannen • it is going to be close
См. также в других словарях:
matter — I n. affair 1) to pursue, take up a matter 2) to arrange; clear up, settle, straighten out; complicate; simplify matters 3) to give a matter (attention, thought) (we have given this matter considerable thought) 4) to not mince matters (she never… … Combinatory dictionary
matter — mat|ter1 W1S1 [ˈmætə US ər] n ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(SUBJECT/SITUATION)¦ 2 matters 3¦(MATERIAL)¦ 4 as a matter of fact 5 what s the matter?/something s the matter/nothing s the matter etc 6.) the truth/fact of the matter is (that) 7 for that matter 8 be… … Dictionary of contemporary English
matter — [[t]mæ̱tə(r)[/t]] ♦ matters, mattering, mattered 1) N COUNT: usu with supp A matter is a task, situation, or event which you have to deal with or think about, especially one that involves problems. It was clear that she wanted to discuss some… … English dictionary
matter — {{Roman}}I.{{/Roman}} noun 1 subject/situation that must be dealt with ADJECTIVE ▪ important, pressing, serious, urgent, weighty ▪ He left, saying he had pressing matters to attend to. ▪ … Collocations dictionary
easy — /ˈizi / (say eezee) adjective (easier, easiest) 1. not difficult; requiring no great labour or effort: easy to read; an easy victory. 2. free from pain, discomfort, worry, or care: he has an easy conscience now; easy in one s mind. 3. conducive… …
Leukoencephalopathy with vanishing white matter — Classification and external resources OMIM 603896 Leukoencephalopathy with vanishing white matter (VWM disease) is an autosomal recessive neurological disease. The cause of the disease are mutations in any of the 5 genes encoding subunits of the… … Wikipedia
Meeting People Is Easy — VHS cover Directed by Grant Gee Produced by Dilly Gent … Wikipedia
Murder Is Easy — Dust jacket … Wikipedia
Phase (matter) — In the physical sciences, a phase is a region of space (a thermodynamic system), throughout which all physical properties of a material are essentially uniform.[1] Examples of physical properties include density, index of refraction, and chemical … Wikipedia
List of UK judgments relating to excluded subject matter — Computer programs, software and patent law Topics … Wikipedia
List of judgments of the UK Courts relating to excluded subject matter — This article lists judgments of the UK Courts relating to excluded subject matter. Under United Kingdom patent law, a patent may only be granted for an invention . While the meaning of invention is not defined, certain things are not regarded as… … Wikipedia